Door Albert van Goudoever / Hebban / *****
De auteur sleept de lezer al in de eerste zinnen mee in de problematiek van slavernij vanuit het slavenperspectief en vlecht het verhaal van de meester er in. Wat kan deze uitstekende literaire auteur zo’n enorm probleem als slavernij en slavenbezit geweldig empathisch neerzetten. De artistieke proeve van invoelend aanreiken haalt een veel hoger niveau van begrijpen hoe het is dan enig hoog wetenschappelijk werk zou kunnen. Albert Helman kon dat in ‘De stille plantage’ en dat boek dateert van 1931. ‘De smeekbede’ doet me ook denken aan diverse boeken van Hella Haasse. De aanpak van Lianne Damen herinnert aan Solzjenitsyn’s werk als artistieke poging om het verleden te overwinnen, zonder dat zij daartoe de pretentie heeft. Een heel sterk aspect is het volgen van de persoonlijke ontwikkeling van enkele centrale figuren zonder een ethisch oordeel eraan te hechten, een verhaal dat kan ontroeren en dat goed afloopt. Er is geen expliciete nadruk op de terreur en de verschrikkingen. Die worden niet verzwegen, maar krijgen niet de zwaarte die het boek schier onleesbaar zou kunnen maken waardoor het boek het doel voorbijschiet. Solzjenitsyn deed dat mede door ironie in te zetten in plaats van ethische veroordeling. Damen doet dat door de intense inbedding van het gevoel in talloze details.
De auteur schrijft een prachtige, sterk beeldende taal met erg veel tactiliteit er in, zoals schrijver en keramist Edmund de Waal, ‘The hare with amber eyes’. De tastbaarheid en het gevoel van de dingen, zoals de huid, de boomstam, het gras etcetera krijgen steeds ruim baan. Daarnaast schrijft de auteur heel expliciet over allerlei geuren en weet een plastische omschrijving ervan te vinden. Zulke details maken het zware kernthema van de roman een stuk lichter en zijn een superieur middel om de lezer mee te voeren naar een belast verleden.
De verbeelding van de historische tijd is knap verwoord, de lezer wordt helemaal deel van die 18e eeuw, de terminologie is afgewogen modern en historisch. De eigentijdse benadering van de omgang met een verleden van slavernij is prima gebruikt, niet te veel maar genoeg om de huidige tijd te weerspiegelen.
Is het een tweeluik, dan een tweeluik met buiten- en binnen-luiken. De wereld van de slaven en heren, het werken op grote afstand zonder communicatie, de werelden van de mannen èn de vrouwen onder elkaar in geheel verschillende sociale contexten, complexe sociale relaties, het lokale herenbestaan in Vianen naast de heren in Paramaribo en op de plantages: veel sub-thema’s zijn verweven. Handelaren, grondeigenaren en klerken komen in een vanzelfsprekend realistisch licht door rake typeringen van de zakenlieden. De wereld van de scheepvaart en van de geheimen van het hout komen ook al weer heel plastisch uit de verf. Alsof de auteur op de ambachtsschool dan wel zeevaartschool is geweest, zo nauwkeurig wordt het werken met hout respectievelijk het scheepsleven toegelicht. De reisbeschrijvingen lijken persoonlijk te zijn uitgevoerd. En de kookkunst van de hoofdpersoon is zo lyrisch aangegeven dat de lezer watertandend verder gaat.
Bij al deze onderwerpen komt de algemene historische achtergrond beknopt en adequaat afdoende aan de orde; de lezer wordt er door niet afgeleid. Participerend antropologisch werk in romanvorm, is dat de typering waarnaar ik zoek? De lange periode in de gegeven situatie brengt met zich dat veel personages opkomen en verdwijnen. De wisselingen van tafereel is groot, dat houdt de spanning er in. De uitleg van specifieke woorden aan het eind is erg fijn.
Kortom, een boeiende historische roman over een uitermate relevant maatschappelijk probleem van de huidige tijd. Deze historische debuutroman is aan te bevelen voor liefhebbers van actuele probleemstellingen, van historische romans en voor alle leesclubs.