Aandacht voor de schitterende tentoonstelling over Surinaamse kunst, waarvoor De smeekbede de aanleiding vormde, in de UIT-krant van september (Utrecht)!
Roman De smeekbede als bron vermeld
Net als in andere steden in Nederland wordt in Utrecht en ook in Vianen onderzoek gedaan naar sporen van het koloniaal verleden.
Met hulp van vrijwilligers heeft het Regionaal Archief Zuid-Utrecht gezocht naar bronnen over het koloniaal verleden. In een fraai vormgegeven bronnengids zijn de gevonden bronnen gepresenteerd. Van persoonlijke brieven en testamenten tot zakelijke rekeningen en akten. De bronnen en verhalen maken zichtbaar dat het koloniaal verleden op allerlei manieren is terug te vinden in het leven van mensen. Ook mijn roman De smeekbede wordt hierin aangehaald! Zomer 2024 reisde een mini-expositie langs zes bibliotheken in de regio. De gids is via deze link in te zien.


Feestelijke opening in Vianen
Prachtige opening van een indrukwekkende tentoonstelling met werken van Marcel Pinas, Isan Corinde en Iris Kensmil in Stedelijk Museum Vianen. Met muziek en dans van Josè Tojo en zijn Kula Skoro en mooie woorden van Peggy Brandon en minister Dijkgraaf.
En ik ben heel trots op de woorden van minister van OC&W Robbert Dijkgraaf die me in zijn speech noemde: ‘Historici verrijken met hun onderzoek en publicaties onze kennis. Maar opvallend is het dat juist kunstenaars erin slagen om met hun scheppingsdrang en verbeeldingskracht de vonk te laten overslaan tussen het verleden en het heden.
Zoals schrijver Lianne Damen, die de tot slaaf gemaakte Dédé centraal stelt in haar roman De smeekbede. Het verhaal dat de aanleiding vormt voor de tentoonstelling hier in Vianen. Het moet een ware krachttoer zijn geweest om de kille en summiere boekhoudkundige feiten over Dédés leven als puzzelstukjes te combineren met de puzzelstukjes uit andere bronnen.’
Tentoonstelling in Stedelijk Museum Vianen
Van 23 juni tot en met 24 november 2024 presenteert het Stedelijk Museum Vianen de bijzondere tentoonstelling Marcel Pinas & Isan Corinde; Hedendaagse Kunst uit Suriname. De tentoonstelling gaat over ons slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden. De aanleiding voor de tentoonstelling was De smeekbede, dat ik op mijn beurt weer schreef naar aanleiding van een brief uit 1795, die nooit op de bestemming aankwam. Lees er meer over op de website van het museum en bij Caraïbische Letteren.

De potentie van de podwalk
In het juninummer van Plot Magazine verschijnt een artikel over het schrijven voor podwalks, waarvoor ik scenarioschrijvers Jeroen Margry, Tim Notten en Gertie Schouten interviewde en informatie inwon bij Ingrid Walschots van de NTR. Hou de website in de gaten!

Contract bij Ambo Anthos
Bij uitgeverij Ambo Anthos heb ik het auteurscontract getekend voor mijn tweede roman. Werktitel: Naakt uit de hemel. Net als De smeekbede (2020) opnieuw gebaseerd op een historische figuur. Dit keer is het spion, schermer en ridder Charles d’Eon, die in de achttiende eeuw onderwerp van discussie en vileine weddenschappen werd. Lukt het de strijd aan te gaan en de eigen identiteit te bewaren? Verschijnt in de vroege zomer van 2025.

Interview Van de Pol in Plot magazine
In mei verscheen mijn interview met Sophie van de Pol in het maandblad voor scenarioschrijvers. Over (onder andere) de keuze tussen schrijven of regisseren. Of hoeft ze niet te kiezen?

Interview Cronie in Plot Magazine
Lees in het maartnummer van Plot Magazine mijn interview ‘Schrijven vanuit verwondering’ met Jeanine Cronie over de fijne projecten waar ze mee bezig is.

Interview Almekinders in Plot Magazine
In het februarinummer van Plot lees je mijn interview met Maarten Almekinders: ‘No sorry, we can’t buy Katja Schuurman’

De Tamboer over de voorstelling
Voor Theater De Tamboer in Hoogeveen schrijven theaterambassadeurs uit de wijk Wolfsbos onder de naam De Wijkspotters recensies over de toneelvoorstellingen die ze er zien. Ook over De smeekbede beschreven ze hun ervaringen in Het verleden maakt het heden:
‘Bij binnenkomst was de zaal nog vrij leeg. Dit waren wij niet gewend, maar na afloop begreep ik waarom. Het decor was subtiel. Het verklapte al dat de voorstelling niet luchtig zou zijn. Omdat ik wist dat het over het koloniale verleden ging, gaf het decor voor mij de altijd drukkende omstandigheden waarin toentertijd geleefd werd weer.‘ Lees verder.
