Waar of niet waar

Tijdens het schrijven van En garde heb ik me zoveel mogelijk bediend van bronnen: historische studies, oorspronkelijke brieven, kranten, maar ook schilderijen, tekeningen, kaarten en gebouwen. Ik blijf per slot een historicus. Ik heb getracht zo dicht mogelijk bij de historische werkelijkheid te blijven, voor zover dat mogelijk is met de feiten die overgeleverd zijn en daarmee beschikbaar en de tegenstrijdigheden die ik in de bronnen vond.

Veel gebeurtenissen kunnen gebeurd zijn zoals ik ze heb beschreven. De ontmoetingen van d’Éon met Marie Antoinette, haar bezoek aan Voltaire, het diner met Benjamin Franklin, de samenwerking met Rozière, de schermwedstrijden met Bologne: ze hebben allemaal echt plaatsgevonden en er zijn deels beschrijvingen van terug te vinden.

Evenzovele gebeurtenissen hebben overigens niet plaatsgevonden of niet zoals ik ze heb beschreven. Belle van Zuylen was tegelijkertijd met d’Éon in Londen en Parijs, maar ik denk niet dat ze elkaar werkelijk hebben getroffen. Ik vermoed wel dat ze het beiden heel interessant zouden hebben gevonden. Fictie en werkelijkheid zijn in een historische roman nu eenmaal met elkaar verweven. De piketpaaltjes van de overgeleverde geschiedenis stonden uitgezet, de levens en de karaktereigenschappen van de personages (sommigen bestaand en anderen verzonnen) zijn ontsproten aan mijn fantasie.