Over De Smeekbede

Mijn meester, ach neemt mijn beede aan, verhoort tevens ook mijn smeeken,’ zo schrijft een vrijgemaakte zwarte vrouw in 1795 vanuit Suriname aan haar voormalige meester in Holland. Ze is radeloos. Haar brief, die door kaping zijn bestemming nooit zou bereiken en pas twee eeuwen later werd teruggevonden, ligt aan de basis van een bijzonder en hartverscheurend verhaal. Wie is deze vrouw en waarom roept ze uitgerekend de hulp in van de man die medeplichtig is aan het systeem, dat haar nog voor haar geboorte een leven ontzegde?

Envelop van de brief uit 1795

Aan de hand van deze opmerkelijke brief en voortbordurend op het onderzoek dat daarnaar door Dirk J. Tang en Jean Jacques Vrij is gedaan, ben ik begonnen het leven van deze vrouw en dat van haar Hollandse meester te reconstrueren. Hoe is het haar voor en na het schrijven van die brief vergaan? Heeft ze ooit antwoord gehad? Wat bezielde de meester, die jurist was in Utrecht, om naar Suriname te vertrekken, met achterlating van zijn gezin? Wat vond hij van Suriname, van de slavernij? En zou hij haar uiteindelijk geholpen hebben? Ik ben daarbij op zoek gegaan naar historische feiten, maar heb ook de vrijheid genomen het verhaal als een roman op te schrijven en zo een beeld te scheppen van de complexe achttiende- en negentiende-eeuwse samenleving.

Een roman over macht en onmacht, over vooroordelen, racisme en winstbejag, maar ook over veerkracht en mededogen

Bekijk de trailer (Dinah, Portrait of a Negress 1867, Jonathan Eastman Johnson)

Fragment uit De Smeekbede

‘Zo is het gegaan,’ zei het meisje zacht. ‘En nu zijn we hier.’ Ze keek om zich heen. De kleine hut, de vloer van ruwe aarde, de matjes in de hoek waar ze ’s nachts op sliepen, zijzelf en haar moeder en andere moeders met hun kinderen. Plantage Boxel. Aan de Surinamerivier, voorbij de Parakreek. Zoet water. Niet ver van Waterland, waar haar moeder eerst naartoe was gebracht. Haar vader was er jaren geleden verkocht. Haar moeder had om hem gerouwd, treurde nog steeds om hem. Het was een vreemde rouw, een lege rouw, zonder dode, maar met een zinloze hoop, als een open wond die maar moeizaam heelde. Voor meer: zie een leesfragment op ISSUU. Of lees hier een groter fragment.

Paperback met flappen / 320 pp. / formaat 15 x 23 cm / NUR 301

ISBN 978 9493081 41 3 / ISBN e-book 978 9493081 42 0